De Dwarse Penning | Museum Beelden aan Zee | Beeldhouwkunst in Den Haag

0

De Dwarse Penning

najaar 2017

De Dwarse Penning

Henk van der Vorst is een Nederlandse wiskundige en emeritus-hoogleraar in de numerieke analyse van de Universiteit Utrecht. Sinds 2015 is hij lid van de Board of Trustees van museum Beelden aan Zee en bekleedt hij de Contemporary Medal Chair. Op verzoek van het museum heeft Van der Vorst zich als gastconservator gebogen over de tweede tentoonstelling in onze nieuwe Quist Vitrine. Hieronder volgt de verantwoording van zijn keuze.

Ongeveer 25 jaar geleden verwoordde Louk Tilanus de toen gangbare opvatting over wat een penning was: rond, plat van vorm, handzaam formaat, van tekst voorzien, in brons uitgevoerd. Piet Esser zei ooit dat een object een penning was als de maker beweerde dat het een penning was. In zijn standaardwerk over de Vereniging van Penningkunst, verzoende Tilanus beide opvattingen door er de titel Handzame Sculptuur aan te geven. In recente tijden is menig klein beeldje als penning verkocht.

Een beeld is een vorm die de betekenis volgt. Een penning is naar mijn idee meer dan dat. Zodra je het als sculptuur in een modelspoorweg-omgeving zou kunnen plaatsen, is het naar mijn mening geen penning meer. De echte penning vertelt een verhaal: een novelle vermomd als handzame sculptuur. De vormgeving, de tekst en de spanning tussen beide zijden vertellen samen dat verhaal. Het letterlijke verhaal ligt niet vast; het is een combinatie van de bedoelingen van de maker en de interpretatie van de kijker. Ik vertel u mijn novelle over één van de penningen.

“Rond 1950 gaat de kleine Bernd naar school in een Oost-Duits provinciestadje. Hij wordt er volgestopt met belerende verhalen over drie grote onfeilbare leiders: Marx, Lenin en Stalin, drie halfgoden, broeders, op de Olympus van het communisme. Bernd groeit op en besluit beeldhouwer te worden en maakt zich daardoor het leven niet gemakkelijker. Zijn dwarse geest botst regelmatig. Dan valt de muur en opent zich de wereld voor hem. Hij kan opeens zonder verdere belemmeringen reizen en zijn artistieke en geestelijke horizon verbreden.

Bernd Göbel is boos, boos om de vele jaren doorgebracht in een keurslijf. Om zijn boosheid te uiten maakt hij een penning waarin hij al zijn boosheid samenperst. De penning toont de portretten van De Grote Drie. Uiteraard is de penning niet rond, want zo ideaal was het systeem niet. De voorzijde en de achterzijde worden door ijzerdraadjes en splitpennen provisorisch bijeen gehouden, want iets fatsoenlijks kreeg het systeem ook niet voor elkaar. De tekst op de penning werd vroeger heimelijk gebruikt: Wo wir waren war immer vorn und wenn wir hinten waren war hinten vorn. Vrij vertaald: wij hadden altijd gelijk. Op de achterzijde wordt deze vorm van leiderschap nog eens met geweren afgedwongen.

Al snel ervaart Göbel dat een keurslijf geen exclusief communistisch voorrecht was. Kerkleiders, politici, gemeentebestuurders, managers: velen zijn geneigd hun macht te misbruiken om anderen hun wil op te leggen. Hij schrijft daarom nog een wens op een papiertje en verbergt dat tussen de twee helften van de penning. Pas als de ijzerdraadjes en de splitpen het begeven hebben zullen we de wens te weten komen en zien of zij is uitgekomen.”

De penningen die ik gekozen heb voor de expositie in de nieuwe vitrine vertellen allemaal een verhaal waar een dwars element in zit. Het kan ongemak, verzet, ironie of humor zijn, of simpelweg een zeer afwijkende vorm. Verreweg 

de meeste penningen (medailles) hebben twee kanten, maar in een enkel geval vond de maker de misstand waar zijn penning naar verwijst zo ernstig dat die er geen twee heeft.

Penningen in een vitrine, het is zoiets als het uitstallen van boeken in een etalage. Je ziet alleen het omslag en op zijn best nodigt dat uit om het boek te kopen en te lezen. Een penning moet je regelmatig in de hand nemen, van alle kanten bekijken en er informatie over inwinnen, zo onthult hij langzaam uw eigen novelle. Ik hoop dat de expositie uitnodigt om daar een begin mee te maken.

De Quistvitrine bevat werken van:

Elly Baltus
Eric Claus
Guido Geelen
Bernd Göbel
Karl Götz
Karel Goudsblom
Jeroen Henneman
Jennifer Hoes
Walter van der Horst
Pier van Leest
Marineke Leijenhorst
Willem Lenssinck
Riki Meyling
Mirjam Mieras
Lucie en Christien Nijland
Willem Noyons
Kees Reek
Jos Reniers
Cil van Ingen Schenau
Theo van de Vathorst
Linda Verkaaik
Miek Vlamings
Sef Verschraelen