De ontwikkeling van de moderne, twintigste-eeuwse beeldhouwkunst schetsen en daarbij putten uit de eigen museumcollectie, dat is waar Eigen+Beeld voor staat. Om enig houvast te bieden, speelt dit overzicht zich af in vijf bedrijven, een thematische indeling in een zekere chronologische volgorde waarbij verleden, heden en toekomst nauw verbonden zijn.
De tentoonstelling Eigen+Beeld bevat ca. 75 beelden van bekende en onbekende kunstenaars die van Nederlandse of van buitenlandse origine zijn en die dateren uit lang vervlogen tijden of springlevend zijn. Door te kiezen vanuit de vijf thema’s zijn wereldreputaties in het gezelschap gekomen van onbekend talent en zijn werken bijeengebracht uit de hele wereld, vele eeuwen omspannend waarbij de nadruk natuurlijk wel is komen te liggen op de moderne tijd. Een derde van de selectie is in een publicatie afgebeeld en vermag een representatief beeld te geven van het sculpturaal spektakel dat deze tentoonstelling oplevert.
Afgetrapt wordt – onder de titel Places to be – met het monument, omdat ook in Nederland de moderne beeldhouwkunst zijn wortels heeft in de openbare, naturalistische sculptuur waarmee in de negentiende eeuw de natievorming chauvinistisch werd geladen. Daarna volgt in Onbegrensd het begin van een wezenlijk moderne beeldhouwkunst. Deze werd mede geboren uit de sterke fascinatie voor het ‘exotische’ en ‘buitenissige’ van de beeldhouwers die, in de eerste decennia van de twintigste eeuw, de samenwerking vonden met een moderne architect als Berlage en, vervolgens, de expressionistische Amsterdamse-Schoolbeweging. Het derde bedrijf – Back to the future – besteedt aandacht aan het neoclassicisme dat in reactie op de verwoestingen van de Eerste Wereldoorlog het retour à l’ordre van het interbellum inluidde en zijn directe inspiratie vond in de universele waarden van de mediterrane, klassieke oudheid. Afdeling vier – De innerlijke constructie – behandelt de abstracte zuil binnen de moderne beeldhouwkunst. Geënt op het vooroorlogse, schilderkunstige experiment van De Stijl werd het abstracte beeld aanvaard en zelfs dominant in de naoorlogse decennia. De terugkeer naar de figuratie, maar dan op een sterk conceptuele grondslag, is het vijfde en laatste bedrijf, getiteld Zonder titel. Het wordt gebracht als een directe reactie van een nieuwe generatie beeldhouwers in de jaren tachtig en negentig op de non-figuratie van de abstract werkende collega’s en de ontkenning van het object en het ambacht van de conceptuele kunst.
Uiteraard zijn de kaders arbitrair en kunnen bepaalde werken ook in één of mogelijk meerdere, andere galerijen worden ondergebracht. Kunst laat zich nu eenmaal niet ringeloren en de kunstgeschiedenis levert slechts bescheiden gereedschap als het gaat om de verklaring van kunstwerken. In het beste geval stimuleert de vijfdeling de beschouwer om zelf aan het rubriceren te slaan.
Eigen+Beeld is ook een huldebetoon aan de vele verzamelaars die in de afgelopen 25 jaar een of meerdere beeldhouwwerken aan museum Beelden aan Zee hebben geschonken. In eerste instantie zijn dat museumstichters Theo Scholten en Lida Scholten-Miltenburg die in 1994 hun omvangrijke collectie moderne beeldhouwkunst in hun museum onderbrachten, daarin sindsdien gevolgd door vele particuliere verzamelaars, kunstenaars, culturele en commerciële instituties die met hun schenkingen hebben bijgedragen aan de bijzondere en unieke collectie die Beelden aan Zee beheert.