Het oeuvre van Iris Le Rütte (1960) is poëtisch, in haar werken in de openbare ruimte laat zij het leven van de feeërieke kant zien. Een bootje wordt door een gouden hand aangeduwd of twee gouden handen houden een laken vast, dat de vorm aanneemt van een bankje: Le Rütte nodigt de toeschouwer uit om plaats te nemen in haar universum. Bekend is zij van haar karavaan van dromedarissen in Amsterdam; van de dieren is alleen een silhouet zichtbaar. Haar beelden in de openbare ruimte brengen het publiek steeds even in een andere wereld; een wereld die de werkelijkheid niet schuwt, maar waar meer ruimte is voor romantiek, voor bezinning en voor zachtheid. Dit najaar toont zij in de tentoonstelling Schaduwplaats in museum Beelden aan Zee een selectie van haar beelden, tekeningen en gedichten.
Inspiratiebronnen van Le Rütte zijn de dichtkunst en de literatuur. Niet zelden verwijst haar werk naar passages uit het werk van Rainer Maria Rilke of van de Metamorfosen van Ovidius. Museum Beelden aan Zee kocht enige jaren geleden de monumentale bronzen sculptuur Daphne aan. Dit laat de metamorfose zien van de mooie nimf Daphne die, volgens het verhaal van Ovidius, ontsnapt aan haar goddelijke minnaar Apollo door zich te veranderen in een laurierboom. Het beeld legt het moment vast waarop de schoonheid van de nimf nog nadrukkelijk zichtbaar is, maar haar hoofd en armen hoofd al in lauriertakken zijn veranderd. Het heeft een permanente ereplaats verworven op het hoogste terras van het museum.
In de tentoonstelling Schaduwplaats komen alle bekende elementen uit Le Rütte’s oeuvre aan bod: monumentale bronzen beelden waaronder verschillende uitvoeringen van haar Daphne, een aantal kleinplastieken, een selectie van haar recente tekeningen en een aantal gedichten uit haar bundel Ik dicht je bij me, die in mei 2015 is verschenen. Voor Le Rütte is de combinatie van dichten en beeldend werken vanzelfsprekend. Zij zegt hierover: ‘Boetseren is: dingen weghalen, plakken en opnieuw beginnen, net als dichten.’